Bij internationaal thermotransport is één ding van levensbelang: de goederen die vervoerd worden moeten onder constante temperatuur vervoerd worden. Strikte temperatuurbeheersing, zoals we dat bij GUS-TRANS noemen, is essentieel. Medicijnen worden meestal vervoerd bij een temperatuur van 2 / 8 graden Celsius of 15 / 25 graden Celsius, terwijl de overige producten meestal vervoerd worden bij een temperatuur van 10 graden Celsius. Dat betekent dus dat de temperatuurverschillen tussen de buitentemperatuur en de gewenste temperatuur van de producten extreem kunnen zijn. Zoals bij vervoer naar Siberië gedurende de winter. Daar is de buitentemperatuur zomaar −40 graden Celsius, terwijl producten bij een temperatuur van 20 graden Celsius vervoerd worden.